"Reeds in november van vorig jaar zagen we de vraag toenemen. De omvang van de stijging in het eerste kwartaal komt voor mij toch als een verrassing. Vergeet niet dat we al op recordvolumes zaten", stelt notaris Bart van Opstal. De voorwaarden zijn wel zeer gunstig. De koopkracht en de tewerkstelling zitten goed. De rentevoeten zitten nog steeds op een historisch dieptepunt. Het  aantal hypothecaire kredieten voor de aankoop van een woning lag nog nooit zo hoog.

Zowel in Vlaanderen als Brussel en Wallonië is er sprake van recordvolumes. In de provincie Antwerpen nam het aantal transacties met 10,7 procent toe.

Ondanks dat mensen steeds vaker een appartement kopen, blijven huizen (44 procent) veruit het meest verkochte type van vastgoed. Daarna volgen gronden (30 procent) en appartementen (15 procent). De rest wordt ingevuld met kantoren, winkels, industriegebouwen en garages.

Geen oververhitte vastgoedmarkt
Voor een woonhuis werd in België in het eerste kwartaal gemiddeld 253.904 euro betaald. Dat is 1 procent meer dan het jaargemiddelde van 2018. De gemiddelde prijs van een woonhuis daalde de voorbije twee kwartalen. In de loop van 2018 waren de huizenprijzen sterk gestegen. Woonhuizen stegen in 2018 met gemiddeld 4,7 procent in vergelijking met 2017. Ter vergelijking. Voor appartementen bleef de prijsstijging in diezelfde periode beperkt tot 1,8 procent.

Kopers van een woonhuis betaalden in het eerste kwartaal van 2019 zo’n 2.400 euro meer voor een woonhuis dan in 2018. In de periode 2014-2019 steeg de gemiddelde prijs met net geen 27.000 euro (11,9 procent). In reële termen, zonder de inflatie van 7,3 procent, steeg de gemiddelde prijs van een woonhuis met 4,6 procent of minder dan 1 procent per jaar. "Er is dus in België, in tegenstelling tot andere landen, geen sprake van een oververhitte vastgoedmarkt", meent notaris Bart van Opstal.

In Vlaanderen (279.277 euro, +0,7 procent) ligt de prijs van een woonhuis 10 procent boven het nationaal gemiddelde. De prijzen stegen iets meer in de provincie Antwerpen (+1,5 procent) en Oost-Vlaanderen (+2,3 procent).

Bron: De Tijd

Lees het volledige artikel.