01-12-2017
28 november 2017

De Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) blijft met de regelmaat van de klok nieuwe standpunten innemen, die belangrijke wendingen met zich mee kunnen brengen voor de vastgoedfiscaliteit. Zo heeft VLABEL zich eerder dit jaar uitgesproken over de impact van gemengde aankopen op de meeneembaarheid van de verkooprechten. Met een gemengde aankoop wordt verwezen naar een situatie waarbij het aangekochte onroerend goed zowel delen bestemd voor bewoning als delen die niet bestemd zijn voor bewoning omvat(te). Denken we maar aan de aankoop van een woning met 10 garages of een hoeve met enkele hectares landbouwgrond/weides, …

Bedrag uitsplitsen
Om het bedrag van de vroeger betaalde registratierechten die in rekening kunnen worden gebracht via de meeneembaarheid te berekenen moet in principe abstractie worden gemaakt van het gedeelte van de registratierechten die betrekking hadden op die gedeeltes van het vroeger aangekochte onroerend goed die niet dienden voor bewoning. Dat betekent dat het vroeger betaalde bedrag uitgesplitst moet worden tussen het deel betaald voor de gezinswoning en het deel betaald voor de weides, garages, …

Evenzeer moet dergelijke uitsplitsing gemaakt worden wanneer de nieuwe aankoop een gemengd onroerend goed betreft.

Van zodra de vorige of de nieuwe gezinswoning gemengd werd aangekocht met delen die niet voor bewoning zijn bestemd moet er dus worden uitgesplitst.

Maar, deze uitsplitsing is in de praktijk niet haalbaar. Bovendien vormt de begrenzing op de meeneembare rechten tot €12.500 een afdoende bescherming voor de fiscus. Daarom hanteert VLABEL het standpunt dat de uitsplitsing die strikt juridisch noodzakelijk is, om pragmatische redenen niet hoeft te gebeuren. De Vlaamse fiscus volgt daarmee de lijn die de FOD Financiën vroeger heeft uitgezet.

Bron: Standpunt nr. 17021 dd. 3 april 2017